Het spel

De ploeg die in balbezit is probeert te scoren en de verdedigende ploeg probeert dit te voorkomen. Zodra een aanvaller wordt neergelegd of buiten de lijnen wordt gedwongen, stopt het spel en gaat iedereen weer netjes klaar staan voor een volgende poging. De volgende poging begint op het punt tot waar de aanvallende ploeg is gekomen. Om dit niet eeuwig te laten duren is er een limiet ingebouwd: Als de aanvallende ploeg niet in 4 pogingen minimaal 10 yards terreinwinst heeft geboekt, gaat het balbezit over naar de andere ploeg. Terreinwinst kan worden behaald door met de bal te lopen of er mee te gooien. Er kan ook terreinverlies worden geleden. Dit gebeurt meestal door overtredingen of doordat de man met de bal achter de plek waar de bal oorspronkelijk lag wordt getackeld door de verdediging.

 

Een Football team bestaat uit specialisten dit leidt er toe dat de aanvallende ploeg een totaal andere ploeg is dan de verdedigende ploeg. Dit is tevens de voornaamste reden dat er zoveel mensen in één team zitten. Er zijn ook specialisten die bijvoorbeeld goed kunnen schoppen; die komen dus opdraven als er een field goal of conversie gescoord moet worden. Tijdens de wedstrijd mag er onbeperkt gewisseld worden. Voor iedere positie is er daarom vaak binnen een team meer dan één speler.

 

Het spelverloop

Een wedstrijd bestaat uit vier kwarten van 12 minuten zuivere speeltijd gespeeld. Na het tweede kwart is het rust. Tussen het 1ste en het 2de kwart, het 3de en het 4de kwart wordt er van speelhelft gewisseld.

 

De aanvallende ploeg heeft, zoals gezegd, vier pogingen (downs) om de vereiste 10 yards terreinwinst te boeken. Tijdens een wedstrijd zie staat voortdurend iemand langs het veld met een bord waarop staat aangegeven welke poging het is. De uitspraak “3de en 4” betekent dus: Derde poging, en nog vier yards nodig om een nieuwe first down te krijgen. De plaats waar de bal ligt wordt de ‘line of scrimmage’ (LOS) genoemd.

 

Als de aanvallende ploeg er niet in slaagt om een first down te halen, maar dicht genoeg bij de endzone is gekomen, kunnen ze tijdens de vierde poging proberen een field goal te scoren. Dit kan door de bal vanaf de grond tussen de palen door te schoppen. Als het lukt is het drie punten waard, maar als het mislukt krijgt de verdedigende ploeg de bal op de plaats waar de fieldgoal uitgevoerd werd. Indien de aanvallende ploeg te ver van de endzone is om een fieldgoal te trappen dan zullen zij de vierde down gebruiken om de bal vanuit de handen zover mogelijk op de helft van de tegenstander proberen te schoppen. Dit heet ‘Punten’.

 

Punten scoren

Het speelveld is 120 bij 53 yards (ongeveer 110x45 meter). Aan iedere kant is de endzone, waarin touchdowns gescoord kunnen worden.

 

De aanvallende ploeg kan scoren met touchdowns en field goals. Een touchdown is 6 punten waard, en wordt verdiend als er een speler van de aanvallende ploeg met bal in de endzone van de tegenstander is gekomen. En dat is waarom er iedere keer terreinwinst moet worden geboekt: Stapje voor stapje in de richting van de endzone. Een field goal is 3 punten waard, en daarvoor is het nodig de bal tussen de twee doelpalen door te schoppen.

Na een touchdown mag de aanvallende ploeg nog een extra punt scoren met een zogeheten conversie: Ze krijgen de bal dicht in de buurt van de endzone en mogen de bal tussen de doelpalen door schoppen. Dit is één punt waard, en lukt vrijwel altijd. Met een touchdown scoor je dus meestal 7 punten. Ook is het mogelijk om na het behalen van een touchdown 2 extra punten te scoren. De aanvallende ploeg kiest er dan voor om vanaf 3 yards van de endzone nog een keer in de Endzone te komen. Als dit lukt levert dat 2 punten op.

Daarnaast zijn er nog wat minder vaak voorkomende manieren om punten te scoren; als een aanvaller in zijn eigen endzone wordt getackeld levert dit de verdedigende ploeg 2 punten en balbezit op. De verdediging kan een touchdown scoren als zij de bal onderscheppen en hem teruglopen naar de eindzone van het aanvallende team.

 

Overtredingen

Hoewel het spel op het eerste gezicht erg chaotisch, ruw en onbegrijpelijk lijkt, is het eigenlijk heel strak binnen regels gevangen. Lichamelijk contact is bepaald niet verboden, maar er zijn wel regels die er voor zorgen dat er geen ernstige verwondingen kunnen worden toegebracht. De scheidsrechters geven door het gooien van een geel vlaggetje aan dat zij een overtreding hebben geconstateerd. Een overtreding wordt bestraft met terreinverlies.

​

Competitie

Senior (19+) speelt 11 vs 11 vanaf Feb tot en met ongeveer Mei

Junior (16 -18) speelt 7 vs 7 vanaf Feb tot en met ongeveer Mei

Cadet (12 - 15) speelt 7 vs 7 vanaf Feb tot en met ongeveer Mei

 

Veel gebruikte termen

• Kick Off: De aftrap, hiermee wordt het spel gestart en de bal na iedere score zo ver mogelijk op de helft van de tegenstander geschopt

• Huddle: Als de spelers samenkomen om de volgende play af te spreken

• Snap: De overdracht van de bal van de center aan de quarterback

• Pass: Als er met de bal gegooid wordt

• Run: Als er met de bal gelopen wordt

• First down: De eerste poging om 10 yards te overbruggen

• Touchdown: Als de aanval de bal in het doelgebied van de tegenstander loopt of gooit

• Field Goal: Als de bal vanaf de grond door de palen wordt geschopt

• Extra Point: Het punt dat kan worden gescoord na het scoren van een touchdown. Dit gebeurt net als bij een field goal vanaf de grond door de bal door de pallen the schoppen.

• Two Point: Wanneer de aanval na een touchdown vanaf 3yards nog een keer met de bal in het doelgebied van de tegenstander komt

• Punt: Wanneer de aanval de bal vanuit de handen zo ver mogelijk op de helft van de tegenstander trapt

• Offside: Als iemand al voor het bewegen van de bal over de line of scrimmage komt.

• Safety: Als de verdediging een aanvaller met de bal in zijn eigen doelgebied neerlegt

• Interference: Als een verdediger de aanvaller onreglementair hindert tijdens het vangen van de bal (en andersom)

• Sack: Als de verdediging de quarterback tackelt met de bal voordat hij terreinwinst heeft kunnen boeken

• Fumble: Als de aanvaller de bal laat vallen of als de bal uit zijn handen wordt geduwd door een tackle

• Interception: Als de verdediging een pass van de aanval onderschept

• Penalty: Een overtreding wordt een penalty genoemd en bestraft met terreinverlies

​​

Spelers en posities

Offense:

• Quarterback (QB): De spelverdeler die achter de Center (aangegeven in rood) plaatsneemt

• Runningback (RB): De spelers die achter de QB plaatsneemt en indien hij de bal krijgt probeert zo veel mogelijk terreinwinst te halen door te rennen. Een runningback mag de bal ook vangen en blijft soms bij de QB om extra bescherming te bieden

• Offensive Line (OL): De offensive line maakt gaten voor de RB en beschermt de QB. Ook de Center is een linemen

• Tight End (TE): Een soort extra lineman die net als hen blocked, maar als enige van de linemen mag vangen

• Receiver (WR): de Receivers zijn de twee buitenste mannen. Zij proberen hun man te verslaan en vrij te zijn om de pass van de QB te ontvangen

Defense:

• Defenisive Line (DL): Deze linemen proberen de gaten die de aanval maakt te dichten zodat de RB er niet door kan. Soms probeert hij zichzelf door de offensive Line te vechten om de QB onder druk te zetten of zelfs te tackelen.

• Linebacker (LB): De linebacker heeft als taak het stoppen van de RB’s of de WR’s die in zijn buurt komen. De LB kan ook gebruikt worden om nog meer druk op de QB te zetten en hem te sacken.

• Defensive backs (DB): De taak van de DB ook wel Corner genoemd is het er voor zorgen dat de receiver de bal niet kan vangen.

• Strong Safety (SS): In het plaatje rechts net boven de 40 yard line geplaatst kan als extra LB worden ingezet, of om een receiver te dekken, maar hij kan ook als taak krijgen de QB te tackelen.

• Free Safety (FS): Het laatste redmiddel, de free safety (bovenste kruisje) is verantwoordelijk voor de rugdekking van al zijn medespelers die de man met de bal aanvallen.